Wie is Harry?

Man 30 - 39

Harry (33) haalt voldoening uit zijn rol als huisvader van een zoon van drie en een bonusdochter van acht. Soms werkt hij een aantal dagen als maat op een schip, maar hij vindt het moeilijk om een vaste baan te vinden en te houden. Hij heeft geen diploma’s en een lang strafblad en de banen die hij vindt, raakt hij door concentratieproblemen snel weer kwijt. Hij is er met zijn hoofd vaak niet bij.

Zijn vriendin denkt dat hij een trauma heeft, maar zelf weet hij het niet. Hij weet alleen dat hij bang is om zichzelf teveel met het verleden te confronteren. Na een interview over zijn ervaringen in de jeugdzorg om een schadeclaim in te kunnen dienen, was hij twee dagen ziek. Harry leefde tot zijn elfde in een pleeggezin en tot een paar maanden voor zijn achttiende verjaardag in verschillende jeugdzorginstellingen. In die tijd was hij ervan overtuigd dat het zijn schuld was dat hij daar zat, ‘anders hadden ze mijn ouders wel in de gevangenis gegooid’.

Toen hij bij de laatste instelling moest vertrekken, kwam hij met een tas kleren op straat te staan. Hij had geen vrienden waar hij bij kon slapen. Hij kon alleen weleens een broodje eten bij de moeder van een van de jongens die hij uit een instelling kende, maar haar wilde hij eigenlijk niet opzadelen met zijn gedoe. Hij stal al zijn eten uit de supermarkt in het dorp en lag ’s nachts met een fles Berenburg in zijn slaapzak in een hoekje, uit de wind. Na vier maanden belde hij bij een organisatie aan die hij nog kende van zijn jeugdzorg tijd, omdat hij niet als een dakloze wilde eindigen. Deze organisatie hielp hem zo’n acht maanden later aan een huis en daar heeft hij eerst vierenhalf uur onder de douche gestaan.

Harry raadt anderen aan om te praten met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Die ook in de jeugdzorg hebben gezeten of op jonge leeftijd op straat hebben geleefd: ‘Om te weten dat je niet de enige bent en dat het niet jouw schuld was.’

Harry Man 30 - 39

Je hebt weinig te zeggen over waar je woont als je nog geen achttien bent

‘Ik heb altijd in een pleeggezin gewoond. Opeens wou mijn biologische moeder mij, toen ik elf was, thuis hebben. Dat is binnen een week zo uit de hand gelopen dat ik onder politiebegeleiding in een internaat ben gedrukt. Mijn pleegouders wisten er helemaal niks van dat ik uit huis was geplaatst. Dat is heel raar gegaan. Dat begrijp ik nog steeds niet tot op de dag van vandaag. Tot mijn 18e heb ik in de jeugdzorg gezeten. Nog niet eens tot mijn 18e. Ik ben in november jarig en in oktober ben ik eruit geflikkerd. Dan kunnen ze geen geld meer aan je verdienen en dan is het niet meer nuttig, of zo. Dan is het: leuk dat je er was. De deur gaat open en succes met de rest van je leven.’
Harry Man 30 - 39

Als je veruit de jongste in een crisiscentrum bent, kan dat heel eenzaam voelen

‘Ik ben in zeven jaar, acht of negen keer verhuisd. De eerste plek was een crisiscentrum, een muf, oud pand. Ik was daar de jongste. De andere groepsgenoten waren ver in de puberteit, 16 of 17. Dat voelde erg eenzaam. Ik denk dat dat het goede woord ervoor is. Om me veilig te voelen, heb ik een mes uit de keuken meegenomen en op mijn kamer gelegd. Ik weet niet of dat nou per se met leeftijd te maken had of dat dat bij mij hoorde, ik zou het in ieder geval niet aan jongeren aanraden.’
Harry Man 30 - 39

Om het in de jeugdzorginstellingen uit te houden, kun je een rol kiezen die je beschermt

‘Als ik me niet prettig voelde, dan ging ik altijd de clown uithangen. De begeleiding belachelijk maken, of dat soort dingen, van: haha, kijk hem grappig zijn. dat ze om je lachen dan dat ze ruzie met je maken. Dat is ook een stukje zelfbehoud.’
Harry Man 30 - 39

Het is moeilijk om ergens je draai te vinden als je daar aan strikte regels die voor iedereen hetzelfde zijn moet voldoen, helemaal als er zware straffen op overtreding staan

‘Op het internaat waren meerdere plekken op een groot terrein, zoals speeltuintjes en voetbalveldjes. Het was niet dat we ons niet vermaakten, maar het was vervelend. Als je er net zat en je had nog geen privileges verdiend, dan moest je je om het kwartier melden. Als je te laat was, dan werden je privileges ingetrokken, dus kon je helemaal niet meer voetballen. Naarmate je beter je best deed, kon je ook meer privileges verdienen. Maar er werd niet individueel gekeken naar mensen. Het was gewoon: dit zijn de regels, hou je je er niet aan, dan werd je in het ergste geval separeer geflikkerd.’
Harry Man 30 - 39

Als je geen huis hebt, ben je niet bezig met een baan vinden

‘Op dat moment was ik daar helemaal niet bezig met een baan vinden. Het was van, ik wil graag warm slapen vanavond en dat was prioriteit. Dus werk, nee, dat zat er niet in. Ik kwam aan eten door in de supermarkt te jatten. Gewoon dingen in een tas stoppen en doen alsof je neus bloedt. Ik ben daar niet voor gepakt. Het was best makkelijk.’
Harry Man 30 - 39

Als je niet op straat wilt eindigen, moet je daarvoor vechten

‘Ik was er gewoon klaar mee. Ik was moe, ik was kapot. Het gaat gewoon in je lichaam zitten. Het is niet fijn om op straat te staan natuurlijk. Als ik keek naar volwassen mensen die zwerver waren, dan had ik het daar echt wel mee te doen. Ik wou niet zo eindigen. Permanent niet, punt. En daar heb ik voor gevochten.’
Harry Man 30 - 39

Als je hulp vraagt, kun je goed geholpen worden

‘Ik ben Accare binnen gelopen en heb de situatie uitgelegd. Die receptionist was heel aardig en die heeft me daar laten douchen enzo. Dat was heel chill. Misschien was het ook wel haar eigen ding, dat ik stonk als een beer. Maar zij waren erg open en vriendelijk. Ze hebben me doorgestuurd naar een andere organisatie. Eerst heb ik daar op locatie een afspraak gehad. Ze kunnen natuurlijk niet zomaar een woning toveren. Elke dag ging ik daarheen, al was het om een kopje koffie te drinken of om eventjes warm te zitten. Vanuit daar is het vrij vlot gegaan. Daar woon ik nu nog steeds bij ambulant.’
Harry Man 30 - 39

Als je een huis hebt kan dat een goede motivatie zijn om af te kicken van de drugs

‘De zekerheid van warmte en dat je binnen kan zitten is heel waardevol. Zeker als je dat kwijt bent geweest. Dat is heel waardevol. Dus dat is ook een heel goede motivatie om af te kicken.’
Harry Man 30 - 39

Als je eindelijk een huis hebt voel je moeheid, trots en zelfvertrouwen

‘De eerste dag dat ik mijn huis had, heb ik denk ik vierenhalf uur onder de douche gestaan. Ik heb genoten van het bed, gewoon slapen en ah! Ik denk dat ik de eerste week 70 procent van de dag geslapen heb. Zo moe, zo kapot. Het zit in je botten, in je alles. Er kwam een soort van warme deken. Heel chill. Nu ik er weer aan terugdenk dan kan ik er weer een beetje van nagenieten. Van: ik heb het gewoon geflikt, weet je wel? Helemaal zelf. Het heeft me wel de les gegeven: het maakt niet uit hoe hard het leven voor je is, je moet gewoon door. Je steekt je handen omhoog en je vecht jezelf erdoorheen. Ik weet van mijzelf dat ik kan overleven. Dat is denk ik wel een goede eigenschap.’
Harry Man 30 - 39

In de jeugdzorg word je geleefd

‘Ik heb niet heel bewust dingen gedaan om de jeugdzorg te overleven. Niet dat ik elke ochtend tegen mijzelf zei van: je kan het. Dat ik iets deed om mezelf te motiveren. Nee. Je wordt geleefd op dat moment. Er werd voor mij bepaald wat we moesten doen. In principe heb je helemaal niks voor jezelf te doen, want alles wordt voor je bedacht. Je moest naar school, zo noemden ze dat dan. Dat was een dagverblijf. Het maakte die leraren niet uit of je nu de hele dag zat te roken, te voetballen of uit je neus zat te vreten. Zij waren daar aanwezig, zij werden betaald en voor de rest kon het ze niet schelen.’
Harry Man 30 - 39

Zonder diploma’s en met een strafblad is het moeilijk om een baan te vinden

‘Als je kijkt naar mensen van mijn leeftijd, dan hebben die een vaste baan, een koophuis, een auto, ze hebben hun hele leven op een rijtje. Ik ben 33 en ik ben nog steeds aan het aankloten. Een beetje het gevoel dat ik erachteraan sjouw. Mijn opleidingsniveau is niks. In groep 7 van de basisschool ben ik van school gegaan. Voor de rest heb ik nooit meer officiële schoolstof gehad. Ik heb dus geen diploma’s. Mijn strafblad is zó lang en mijn opleiding was zó kort, nou, succes om dan een baan te vinden.’
Harry Man 30 - 39

Door wat je hebt meegemaakt in de jeugdzorg, kan het moeilijk zijn om een baan te behouden

‘Ik denk toch dat ik wat getraumatiseerd ben, of zo. Ik vind van niet, maar de mensen om me heen vinden van wel. Die zeggen ook dat ik daar wat mee moet doen enzo. Op werk… Het gaat niet, het lukt niet. In mijn hoofd ben ik niet aanwezig, of zo. Ik wil niet per se zeggen hyperactief, maar een beetje van de hak op de tak. Ik kan hier wat moeten doen, dan zie ik een vogeltje en dan ben ik ineens vergeten wat ik aan het doen was. Een baas wordt daar niet heel blij van.’
Harry Man 30 - 39

Je verwachting van het leven buiten de jeugdzorginstelling is positiever dan de realiteit

‘Ik heb er zo lang gezeten, dat ik al meerdere mensen heb zien vertrekken. Ik keek ernaar uit. Je mag de wijde wereld in, je bent volwassen en bla die bla. Het echte leven zou gaan beginnen. In principe ben je daar positief over. Tot je in het zwarte gat springt en je weet niet wat je overkomt.’
Harry Man 30 - 39

Als je als kind in de jeugdzorg zit, denk je dat het je eigen schuld is

‘Als je uit huis geplaatst wordt, denk je als kind: de overheid vindt dat ik niet goed ben… Want als mijn ouders niet goed zijn, dan hadden ze hen in de gevangenis moeten zetten. Snap je? Dus je denkt: ik zit hier, dus ik ben kut, ik heb het gedaan. Dan gaat je waarde steeds naar beneden. En als het dan te lastig is, dan word je in de isoleercel geflikkerd. Kijk maar eens wat dat met een kind doet.’
Harry Man 30 - 39

De isoleercel is een verschrikkelijke ervaring

‘Van de keren dat ik zelf in de separeer ben geflikkerd, daar ben ik flink van van slag geweest. Het was zo erg, dat ik laatst, toen ik een interview had voor de schadevergoeding en erover verteld had… Ik ben er gewoon twee dagen ziek van geweest. Lichamelijk ziek. Overgeven, trillen, dat soort dingen. Maar dan komt het weer aan op: je moet je niet aanstellen. Dat denk ik dan meteen weer. Ik vind het misschien heel kut, maar er zijn mensen die het erger hebben gehad. Er werd op een gegeven moment iemand binnen gebracht, die hysterisch aan het gillen was, dus die hebben ze ook in de separeercel geflikkerd. Twee dagen later was ze dood. Want ze had hersenvliesontsteking. Daarom was ze dus zo aan het gillen. Maar niemand heeft daar naar gekeken. Niemand heeft haar naar het ziekenhuis of de dokter gebracht. Ze hebben haar gewoon in een cel geflikkerd en haar laten doodgaan.’
Harry Man 30 - 39

Je moet je niet aanstellen en vechten voor wat je waard bent

‘Je moet je niet aanstellen en vechten voor wat je waard bent. Dat is het enige wat ik kan zeggen. Dat is de beste tip. Als jij niet voor jezelf zorgt, dan zorgt er niemand voor je en de wereld draait gewoon door als jij er niet bent. Dus je handen omhoog en vechten voor wat je waard bent.’
Harry Man 30 - 39

Zie de waarde van jezelf. Behoud jezelf, hoe moeilijk dat ook is

‘Ik kan wel gaan lopen janken in een hoekje, maar daar verandert het er niet van. Letterlijk janken in een hoekje. Ik heb in een hoekje gelegen met mijn slaapzak. Ik kan wachten en wachten tot er wat aan komt waaien, of je steekt gewoon je klauwen uit en je pakt wat je toekomt. Dat je de waarde van jezelf ziet. Ik denk vaak dat in dat soort groepen de eigenwaarde van kinderen compleet in de grond wordt getrapt, dat het gewoon niet meer bestaat. Jezelf behouden. Ondanks hoe moeilijk het soms ook is of lijkt.’
Harry Man 30 - 39

Praat met anderen over je ervaring, zodat je weet dat je niet de enige bent en dat het niet jouw schuld is

‘Ik denk dat het belangrijk is dat er meer gesproken wordt. Dat mensen, weet ik veel, met elkaar kunnen delen of zo. Maar ook weten dat je niet alleen bent. Dat je niet de enige bent. Dat je niet zelf de schuld in je schoenen gaat schuiven van: ik ben een rotkind. Er zijn een heleboel mensen in Nederland die dit mee hebben gemaakt.’  
Harry Man 30 - 39

Erover praten is moeilijk

‘Ik praat er eigenlijk helemaal niet over. Nog steeds niet. Omdat ik mijzelf niet graag kwetsbaar opstel. Dan ga ik weer de clown uithangen. Dat is een soort van coping mechanisme wat ik ontwikkeld heb. Ik zou het anderen wel aanraden om te praten, omdat ik niemand gun hoe ik mezelf voel. Ongelukkig. Ik zou het niemand gunnen om het zo voor zichzelf te moeten houden. Het zou mooi zijn als je samen voor iets kan zorgen, in plaats van dat je denkt dat je altijd alles alleen moet doen.’
Harry Man 30 - 39

Je kwetsbaar opstellen is een risico

‘Ik denk dat ik toen ik 19 was er meer aan had gehad. Als ik er nu over ga praten, dan heeft het zo weinig zin. En, waar je mee omgaat, raak je natuurlijk mee besmet. Dat kan voor mij een keiharde trigger zijn. Dat is voor mij gewoon niet goed. Bijna alle contacten die ik in de stad waar ik woon heb, heb ik allemaal aan de kant getrapt sinds ik mijn gezin heb nu. Ik wil niet riskeren dat zo meteen alles voor niks is geweest. Ik blijf liever gewoon thuis achter de televisie, dan weet ik tenminste zeker dat er niks gebeurt. Het voelt een beetje eenzaam, maar niet zo eenzaam als een slaapzakje onder een boom. Daar teken ik voor.’  

Nóg wijzer worden? Vragen en antwoorden

Stel een vraag aan de redactie
Uw kunt uw vraag anoniem stellen. Gedeelde Ervaringen behoudt het recht uw vraag niet te publiceren en/of in behandeling te nemen.
Dit formulier is beveiligd met reCAPTCHA van Google | Privacy - Voorwaarden